Kandijsuiker komt oorspronkelijk uit India en Iran en bestaat uit klontjes gekristalliseerde suiker. Het wordt vooral gebruikt als zoetstof in koffie en thee, je kent de stokjes met suikerkristallen vast wel. Kandijsuiker ontstaat door bietsuiker of rietsuiker op te lossen in water en daarna te laten kristalliseren. Binnen een aantal weken tijd groeien de kristallen vanzelf, een bijzonder proces! Je hebt kandij in veel verschillende kleuren. Witte kandij maak je van witte suiker. Bruine kandij krijg je door karamel toe te voegen, of bruine suiker te gebruiken. Maar als je wilt kun je zelfs blauwe, roze of groene kandij maken.

Waar gebruik je kandijsuiker voor?

Naast de bekende kandijstokjes, zie je deze suikerkristallen ook terug als garnering op koeken, of ter decoratie op taarten en cakes. De zogenaamde geode taarten met edelsteen-decoraties maak je bijvoorbeeld met kandijsuiker. Bij kandijkoeken of bastognekoeken gebruik je kandij als ingrediënt door het beslag. Een recept daarvoor vind je onderaan dit artikel. En Robèrt laat je zien dat je ook cakejes kunt maken met kandijsuiker.

KARAMELCAKEJES VAN ROBÈRT

Recept: zo maak je kandij

Suiker heeft van nature de neiging om zijn vaste vorm aan te nemen als suikerkristal. Net zoals de kristalsuiker die je in de winkel koopt. Als je suiker smelt, wordt het vloeibaar en kun je het oplossen in vloeistof. Zoals je bijvoorbeeld doet bij karamel. Maar als je weleens karamel hebt gemaakt, dan weet je ook dat suiker bij het minste of geringste weer kristalliseert. Roer je de karamel te vroeg door of voeg je er bijvoorbeeld noten aan toe, dan hecht en kristalliseert de suiker zich direct. Van dat proces maak je gebruik als je kandijsuiker maakt. Alleen je vertraagt het, zodat er grote kristallen kunnen ‘groeien’. Een leuk scheikundig experiment dat je gemakkelijk thuis kunt proberen!

Zo maak je het: 

Zet een aantal gesteriliseerde potjes en wat satéprikkers klaar. Los een kilo suiker op in 500 milliliter water. Zorg voor een mooi heldere vloeistof. Giet het suikerwater in de potjes. Doop de satéprikkers kort in het suikerwater en haal ze daarna door de droge suiker. Hang de stokjes (met genoeg ruimte rondom) in de potjes suikerwater, je kunt een wasknijper gebruiken om de stokjes op hun plek te houden. Wacht zo’n 2 weken en zult zien dat de suiker zich vanzelf gaat hechten aan de prikkers en dat de kristallen beginnen te groeien. Voor bruine kandij gebruik je bruine suiker en voor gekleurde kristallen voeg je kleurstof toe aan je suikerwater. Houd er rekening mee dat de kristallen uiteindelijk lichter worden dan het suikerwater is. Als je tevreden bent met je stokjes, haal je ze uit de vloeistof. Laat ze daarna goed uitdrogen en voilà! Je eigen kandij is gemaakt.

Kandijkoeken recept

Zin om aan de bak te gaan met kandijsuiker? Dan kun je bijvoorbeeld kandijkoeken (ook wel bastognekoeken) maken.

Dit heb je nodig: 

• 300 gram bloem
• 1 theelepel bakpoeder
• 175 gram boter
• 100 gram kandijsuiker
• 100 milliliter (kandij)stroop
• 3 eidooiers
• Snufje zout
• 20 gram koekkruiden
• 10 gram kaneel
• 10 gram kruidnagel

Zo maak je het:

• Meng alle droge ingrediënten door elkaar.
• Snijd de boter in blokjes en voeg deze samen met de eidooiers en stroop toe.
• Kneed tot een geheel en maak een bal van het deeg.
• Verpak in folie en laat minstens een uur rusten in de koelkast.
• Verwarm de oven voor op 175 graden en bedek een bakplaat met bakpapier.
• Haal het deeg uit de koelkast en vorm koekjes in de vorm van bastognekoeken.
• Leg de koekjes met genoeg ruimte ertussen op de bakplaat.
• Bak de koeken in zo’n 20 – 25 minuten gaar en goudbruin in de oven.

Versgebakken zijn ze super lekker als koekje bij de thee, maar je kunt ze ook perfect gebruiken als taartbodem. Zoals bij deze klassieke monchoutaart. Eet smakelijk!