Voorbereiding

• Vet een schone bakplaat in met olijfolie of boter.

Deeg

• Verwarm het water tot lauwwarm en los het gist hier in op.
• Zeef het deeg en kleinbroodpoeder boven een mengkom. Maak een kuiltje in het midden. Strooi het zout op de bloemrand en schenk het gistmengsel in het kuiltje. Kneed tot een soepel deeg.
• Maak een deegbal en dek de kom af met een vochtige theedoek of plastic folie. Laat het deeg op een warme plek rijzen tot het in volume verdubbeld is.
• Weeg kleine deegballetjes van 50 gram af en bol ze op.
• Laat ze deegballetjes opnieuw rijzen tot ze in volume verdubbeld zijn.
• Roer ondertussen het gehakt los en maak hier kleine rolletjes van die in het deeg passen.
• Rol de kleine deegballetjes uit en leg het gehakt er in. Vouw dicht en druk de randen goed aan.
• Leg op de bakplaat en strijk af met het geklutste ei.
• Laat opnieuw rijzen tot ze in volume verdubbeld zijn.
• Verwarm ondertussen de oven voor op 220°C.
• Bak de worstenbroodjes bruin en gaar in ongeveer 20 minuten.