Voorbereiding

• Vet een cakevorm dik in met boter en bestrooi met ongeveer 130 gram kristalsuiker (uit de ingrediëntenlijst van het deeg).
• Verwarm de oven voor op 190˚C.

Deeg

• Zeef bloem, vorm een bult op het werkblad en maak een kuiltje in het midden.
• Voeg aan dit kuiltje 20 gram kristalsuiker, roomboter, gembersiroop en ei toe. Strooi over de bloemrand een flinke snuf zout.
• Verwarm melk in een steelpannetje met dikke bodem tot lauwwarm.
• Doe gist bij de melk en laat even staan totdat de gist is opgelost. Roer goed door.
• Giet het gist-mengsel bij de bloem en kneed tot een soepel deeg.
• Leg het deeg in een beslagkom en laat op een warme plek ongeveer 15 minuten rijzen.

Vulling

• Snijd 50 gram gekonfijte gemberbolletjes in kleine stukjes.
• Rol het deeg uit tot een lap met de breedte van de vorm.
• Verdeel gemberbolletjes, parel/greinsuiker en kaneel over de deeglap.
• Rol de lap op.
• Leg in de vorm en laat ongeveer 30 minuten rijzen tot dubbele grootte.

Garnering

• Smelt boter in een steelpannetje.
• Bestrijk de bovenkant van het deeg met de boter.
• Bestrooi met parel/grein- en kristalsuiker.
• Bak het brood in 30 minuten goudbruin. Het brood is gaar als hij hol klinkt wanneer u op de bodem tikt.
• Haal uit de oven en laat even rusten in de vorm.
• Stort het brood op een rooster en laat afkoelen.
• Bestrijk flink met gembersiroop.

Gemberboter

• Roer ondertussen roomboter los in een keukenmachine.
• Snijd de gekonfijte gemberbolletjes heel klein.
• Schep de gemberstukjes en gembersiroop door de boter.
• Voeg naar smaak een snuf zout toe.
• Schep de boter op plasticfolie en rol op tot een worstje.
• Laat opstijven in de koelkast en serveer bij het suikerbrood.